De gemeenteraad dienst jaarlijks de tarieven vast te stellen van de belasting op toeristische verblijfplaatsen.
Deze belasting wordt jaarlijks geïndexeerd als volgt:
Basisbedrag 2016 x index september van het jaar voorafgaand aan het belastingsjaar
Index september 2015
met ... stemmen voor en ... stemmen tegen
Artikel 1:
Er wordt voor het aanslagjaar 2022 ten behoeve van de gemeente een taks gelegd per overnachtingsplaats in een toeristische logies, een gasthof, pension of andere plaats waar logement wordt gegeven.
Artikel 2:
De taks is vastgesteld op 35,28 EUR per ingerichte overnachtingsplaats voor de eerste 20 overnachtingsplaatsen. Een ingerichte overnachtingsplaats bestaat uit een bed waarin 1 persoon kan overnachten. Een bed waarin meerdere personen kunnen overnachten bestaat in deze uit meerdere overnachtingsplaatsen.
Voor overnachtingsplaats 21 tot en met 80 wordt 1/2e van de vastgestelde taks per overnachtingsplaats aangerekend. Vanaf overnachtingsplaats 81 wordt 1/3e van de vastgestelde taks per overnachtingsplaats aangerekend.
Artikel 3:
Zij is verschuldigd door de houders der gasthoven, pensions of plaatsen waar logement wordt gegeven.
Artikel 4:
Deze taks gaat in vanaf 1 januari 2022.
Artikel 5:
Zijn vrijgesteld van de belasting of zijn geen toeristische logies:
zo geregistreerd bij de gemeente.
Bij occasioneel gebruik van jeugdwerkverblijfplaatsen voor andere dan jeugd(werk)groepen is 1/3e van de vastgestelde taks verschuldigd.
Artikel 6:
Toeristische logies, een gasthof, pension of andere plaats waar de voorbije 5 jaren geen logement werd aangeboden, zijn tijdens het startjaar vrijgesteld van de taks. Aanbieders die in Retie reeds een toeristische verblijfplaats uitbaten en wegens verhuis of uitbreiding binnen het grondgebied een andere verblijfplaats gaan uitbaten, worden niet vrijgesteld. Tijdens jaargang 2 wordt 1/3e van het tarief aangerekend; tijdens jaargang 3 wordt 1/2e van het tarief aangerekend; tijdens jaargang 4 wordt het volledige tarief aangerekend.
Bij renovatie of bij een tijdelijke sluiting van de logiesverstrekkende inrichting wordt de forfaitaire taks verminderd. De periode waarin geen gebruik van de kamer(s) kan worden gemaakt, wordt niet belast. De periode moet minimaal 30 dagen bedragen.
De taksvermindering wordt enkel toegestaan op voorwaarde dat de logiesverstrekker dit voorafgaand aan de renovatiewerken of de tijdelijk sluiting, schriftelijk (per brief of per mail) meedeelt aan de dienst Financiën van het gemeentebestuur. Bij de aanvraag moet de aanvangsdatum van de renovatiewerken, het onbruik van de kamers of de tijdelijke sluiting en de periode van de werken, onbruik of sluiting worden opgegeven. Behoudens in geval van onvrijwillige sluiting telt de datum van ontvangst van de aanvraag van de belastingvermindering als aanvangsdatum van de werken, onbruik of tijdelijke sluiting indien de aanvraag wordt ingediend tijdens de werken, het onbruik of de sluiting.
Artikel 7:
De belastingplichtige is verplicht bij het gemeentebestuur aangifte te doen door middel van een door het college van burgemeester en schepenen vastgesteld formulier.
Deze aangifte wordt ingediend binnen de maand na afkondiging van deze verordening.
Artikel 8:
Bij gebreke van een aangifte binnen de vastgestelde termijn of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve gevestigd op basis van gegevens waarover het college van burgemeester en schepenen beschikt.
Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt het college van burgemeester en schepenen de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van die kennisgeving, om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 9:
De overeenkomstig artikel 6 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag, gelijk aan de verschuldigde belasting of, in geval van herhaling, aan het dubbele van het bedrag, onverminderd de verschuldigde belasting en de nalatigheidsintresten.
Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.
Artikel 10:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van kohieren, die vastgesteld en uitvoerbaar verklaard worden door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 11:
De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 12:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag of een belastingverhoging een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet.