Het gewijzigde artikel 15 van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging bepaalt dat elkeen tijdens zijn leven vrijwillig een schriftelijke kennisgeving van zijn laatste wilsbeschikking kan overmaken aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn gemeente die handelt over de gemeente waar men wil worden begraven of de gemeente waar de as begraven, bijgezet of uitgestrooid moet worden, evenals de vermelding van het bestaan van een uitvaartcontract.
De belasting wordt jaarlijks geïndexeerd als volgt:
basisbedrag 2020 x index september van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar
index september 2019
Artikel 1
Met ingang van 1 januari 2022 wordt een belasting geheven, vastgesteld als volgt:
kistbegraving |
€ 775,63 |
asbegraving in urneveld |
€ 517,08 |
asbijzetting in columbarium |
€ 517,08 |
Asverstrooiing |
€ 258,54 |
toelating op opgraving |
€ 258,54 |
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de kistbegraving, asbijzetting, asverstrooiing of opgraving.
Artikel 3
De aanvrager is vrijgesteld van de belasting indien er voldaan wordt aan een van volgende voorwaarden: