Terug
Gepubliceerd op 30/12/2021

Besluit  Gemeenteraad

do 16/12/2021 - 20:00

Gemeentebelastingen 2022: belasting op de afgifte van administratieve stukken.

Aanwezig: Karolien Adriaensen, Voorzitter
Patrick Geuens, Burgemeester
Koen Claessens, Fonny Matthijs, Natalie Adriaensen, Luc Janssens, Lut Hermans, Schepenen
Margriet Blockx, Dirk Smets, Guy Vanherck, Griet Bastiaansen, Kristel Pelckmans, Thomas Wynants, Niels Blockx, Marc Weyns, Guy Moons, Kato Slegers, Cato Hooyberghs, Bie Van der Veken, Kurt Keersmaekers, Mia Lenaerts, Raadsleden
Alois Noyens, Algemeen directeur
Juridische grond
  • Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
  • Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41.
Feiten en context

De gemeenteraad dient jaarlijks de tarieven vast te stellen van de belasting op de afgifte van administratie stukken.

De belasting zal jaarlijks geïndexeerd worden.

Voor de vlotte praktische werking van de betrokken gemeentediensten zullen de geïndexeerde bedragen door de gemeenteraad bepaald worden op ronde getallen;

Motivatie

Deze belasting vormt een bron van inkomsten voor onze gemeente.

Financiële gevolgen

De ontvangsten uit deze belasting zullen voorzien worden in het meerjarenplan.

BESLUIT

Artikel 1:     

Voor het aanslagjaar 2022, wordt onder volgende voorwaarden een belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken.

De belasting valt ten laste van de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.

Artikel 2:     

De bedragen van de belasting worden als volgt bepaald:

  • Op de elektronische identiteitskaart: 2,80 euro, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
  • Op de elektronische identiteitskaart volgens de dringende procedure: 2,80 euro, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
  • Op de elektronische identiteitskaart volgens de zeer dringende procedure: 2,80 euro, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
    • Op de heraanvraag van een puk- en pincode (voor de elektronische identiteitskaart) na verlies van de oorspronkelijke code: 5,40 euro.
    • Op de vreemdelingenkaarten voor EU-vreemdelingen en niet EU-vreemdelingen: 2,80 euro, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
    • Op de vreemdelingenkaarten voor EU-vreemdelingen en niet EU-vreemdelingen volgens de dringende procedure: 2,80 euro, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
    • Op de vreemdelingenkaarten voor EU-vreemdelingen en niet EU-vreemdelingen volgens de zeer dringende procedure: 2,80 euro, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
  • Op de kids-E-id: 0,00 euro, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid en waarvan de hoogte van de kosten afhankelijk is van het gegeven of het normale, een dringende of een zeer dringende procedure betreft.
  • Op identiteitsbewijzen voor kinderen van vreemde nationaliteit beneden de twaalf jaar, opgemaakt en afgegeven door het gemeentebestuur in toepassing van het K.B. van 10/12/1996 betreffende de identiteitsstukken en -bewijzen voor kinderen onder de twaalf jaar: 1,10 euro.
  • Op de afgifte van attesten van immatriculatie voor vreemdelingen: 2,80 euro, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
  • Op afgifte van reispassen:
    • 7,30 euro voor elke nieuwe reispas, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
    • 14,70 euro voor een aflevering volgens spoedprocedure, verhoogd met de aanmaakkosten, aangerekend door de federale overheid.
    • Deze belasting wordt niet geheven voor de afgifte van paspoorten voor kinderen jonger dan 18 jaar.
  • Op afgifte van rijbewijzen: 5,60 euro.
  • Op de aanvraag van een token: 5,40 euro.
  • bijlage 3 bis - verbintenis tot tenlasteneming (borgstelling t,o,v, een vreemdeling): 6,20 euro.

  • bijlage 15bis, 19, 19ter en 41bis (KB 8.10.1981): 1e afgifte: 77,60 euro.
  • bijlage 15bis, 19, 19ter en 41bis (KB 8.10.1981): 2e afgifte, e.v.: 155,13 euro.

Artikel 3:    

De belasting wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het belaste stuk.

De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot het bekomen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van de aanvraag het bedrag der belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk kan afgegeven worden. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd.

Artikel 4:     

De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken, welke krachtens een wet, een K.B. of een overheidsverordening reeds aan een betaling van het recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is.

Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afgeven van reispassen belaste gemeente ambtshalve toekomen krachtens de tarieven, gevoegd bij de wet op de consulaire en de kanselarijrechten.

Artikel 5:     

De personen of instellingen die weigeren de in artikel 2 vastgestelde belastingen te betalen, moeten het bedrag der belastingen in bewaring geven aan de gemeenteontvanger, totdat de bevoegde overheid op hun bezwaar beschikt heeft. De gemeenteontvanger geeft hiervoor een kosteloos ontvangstbewijs af.

Artikel 6:     

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag of een belastingverhoging een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante betaling.